Naar aanleiding van de nieuwsmelding dat de dichter Dirk van Bastelaere woordvoerder geworden is van de NVA-fractie in het Parlement – waarbij ik me afvraag wat hij uit die hoofde al niet moet gaan doen, toch niet veel soeps, wat kranten bijeenlezen; van tijd tot tijd een persbericht schrijven – beken ik: ik ben van de Wetstraat geweest. En toen al zag ik Dirk er rond lopen, zij het voor rekening van een socialistisch minister. Wie dit weet begrijpt beter waarom Dirk groen zou stemmen als hij vrijuit kon gaan.
Ik heb in de Wetstraat de nummers 2 en 14 gedaan, waar respectievelijk de minister van Binnenlandse Zaken en die van Financiën huizen. Dat waren respectievelijk de wat rechtse half edelman Nothomb en de licht linkse Philippe Maystadt. Ik ben niet van partij ‘veranderd’ noch overgelopen, al kon ik op de partij van die heren niet stemmen. Ik was er namelijk belast met een technische, ideologievrije opdracht: vertalen.
Den Bast zou zijn opdracht ook ideologievrij kunnen invullen maar als hij een bepaalde ideologie in woorden niet zou aanhangen, zou hij die baan niet gekregen hebben. Ik heb mijn ideologische voorkeuren nooit moeten laten meespelen in mijn loopbaan. Ook geen andere onderhorigheden. Of samenhorigheden, of horigheden tout court.
Ik benijd dus den Bast helemaal niet. Hij heeft zijn ziel moeten omturnen en laten turnen en oefeningen opgelegd in separatistisch – uiterst rechts denken, terwijl die ziel links blijft ademen en zo. Groen zelfs. Zo ben ik ook ooit hardhandig en met geweld als kleuter van links- naar rechtshandig omgeturnd. Ik kan nu met beide handen schrijven.
Ik geloof dan ook geen woord van wat den Bast daar allemaal uitkraamt over alleenstaande moeders, Belgicistische loeders in de letteren, en ander gebazel wat zijn voormalige spitsbroeder Erik Spinoy clichés noemt. Eigenlijk geloof ik van de hele Bast gewoon niets meer. Ooit de verdediger van de moderne, experimentele poëzie, kan hij nu in de poëzie beter zijn biezen pakken.
Een gedicht van den Bast zag er ooit als volgt uit:
Zelfportret in vallend serviesgoed
Ze diept blank aardewerk op
Uit het teiltje. Zo is ze begaan
Met de voortgang van orde
En reikt me een schaal toe: dat liefde
Als de onze van eenvoud kon worden.
Dan in een glimp op het wentelen,
Het gezicht waaruit ik mij ontspin:
Een Romeinse neus en gifzwarte ogen.
Voorts het plafond, beneden in licht,
Waarop zich zwarte vliegen bewegen.
Wanneer ik, ten slotte, het water
Dat zingt op de rotsen gelijk,
Tegen de vloer aan diggelen val,
Mag ik wel ooit zijn voortgebracht,
De vloer vermaakt wat ze kan.
Het is ongedaan weer. Zo is het goed.
“Zo is ze begaan met de voortgang van orde”. Ooit moet deze zin ontzettend raadselachtig hebben geklonken, zeker toen ze geschreven en gelezen werd in de jaren 1980. Nu pas krijgt ze haar volle betekenis. Zij is nu hij geworden. Denk maar aan Lou Reed: and then he is a she. De voortgang van orde, op een schaal, eenvoud… ook even in de spiegel kijken en die Romeinse neus zien (die van Hugo Claus allicht). Ik zet hier met opzet tussen haakjes de woorden die er niet staan.
Dirk is geboren in Sint-Niklaas, heeft in Leuven gestudeerd en is in Lokeren gaan wonen. Ooit en tot voor kort was hij deeltijds docent in een kunstschool in Antwerpen. Wie dit niet weet, begrijpt niet waarom hij in dat interview in de Morgen zo ongemeen scherp uithaalt naar ongehuwde moeders met kinderen die deeltijds in plaats van voltijds werken. Hij haalt eigenlijk vooral naar zichzelf uit, het zichzelf dat hij nu eindelijk van zich kan afschudden en achterlaten. Deeltijds werken voor alleenstaande moeders is dus duidelijk geen strijdpunt van links, al laat de Bast dit zo uitschijnen. Een beetje dichter kan makkelijk iets laten uitschijnen. Inschijnen is niet aan de Bast besteed.
Is Dirk een toffe pee met wie het goed pinten drinken is? Van Herman de Coninck kon ik ronduit zeggen: ja. Van Dirk: nee. Is den Bast dan iemand met wie het goed toeven is terwijl we vechtend over de keien rollen? Ik zou het niet weten. Zou hij of ik het zover laten komen? In elk geval heeft de rol die den Bast op zich neemt bij de NVA die andere rol onmogelijk gemaakt: voortrekker van de experimentele poëzie in het Nederlands taalgebied. Deze plaats is bijaldien en bij deze vacant verklaard. Deze plaats was trouwens al eerder ietwat vacant geworden sinds Benno Barnard schreef: “Ik vrees dat Van Bastelaere, die bezig is universitair geschoold te worden, de bevindingen van de literatuurwetenschap per vergissing als voorschriften beschouwt, zodat hij zijn eigen verzen in elkaar poogt te zetten volgens de methode die De Man toepaste om andermans werk uit elkaar te halen”.
De linkse foto is een van de vele foto’s die de Bast als profiel gebruikt. Staat hij of ligt hij? De vraag is niet relevant. De Bast staat en ligt tegelijk; hij is twee in twee, niet twee in een.