Zonder titel alsnog

 

 Van de hak op de tak

zelden omgekeerd, zelden mak,

springt nu eens de mees

dan weer de mens met de pees.

 

Het houdt ons, bomen, jong

die van de wereld zijn de long.

Het belet onze stam

krankzinnig te worden of lam.

 

Zie je die dikstam?

Hij vergaat van de vorm

die hem wegknaagt tot molm.

 

Zie je die duntwijg?

Aan zijn voet een paardenvijg.