Koeken boeken ’t stad (fragment)

Het straatlicht viel niet

te benaderen, we stapten voort,

tot aan een kroeg genaamd ’t Hop Saké.

Ze zat goed vol, toch vonden we plaats

en hoorden, o verbazing, Gerard Goedhout

voorlezen uit de Uilenles van J.J. Oyce.

 

Bier vloeide rijkelijk,

sommige lieden scandeerden

liederen van drank en vrouwen

die wonderlijk te rijm gingen

met de woorden van J.J. Oyce.

Zotte Pol werd er lyrisch van.

Drik Floor bleek ons gevolgd,

nam twee tafels verder plaats.

 

Goethout las het boek in vertaling,

ieder kon het snappen,

weinigen echt vatten.

 

Ik zal het hem laten weten

als hij dat wil dat zijn vrouw wordt geneukt

en nog verrekt goed geneukt op tot in mijn nek…’

(….)

‘hoe hij me kuste onder de Moorse muur,

voor mijn gedacht was hij het of een ander,

en eerst legde ik mijn armen rond zijn nek ja

en trok zijn hoofd naar beneden

zodat hij mijn borsten en hun geur kan voelen

en zijn hart ging tekeer als gek en ja ik zei ja ik zal JA’

 

We dronken geen koffie meer maar echt maltig bier.

Met die Ja eindigde het boek.