Langs de trage rivier
kruit een beek zich weg
tot hij erin overvloeit.
.
Langs de lange brede rivier
rent de bever
van het water weg.
.
Geen paard, geen kar,
hooguit een fiets
om achter de bever
naar de kruiende beek
te rennen op wiens beurt.
.
Geen kolder is de polder
te veel, geen voetstap
diept de modder hoog genoeg op.
.
Zelfs ’s nachts wemelt het.
