Moet een dichter van slag gaan, om bijvoorbeeld als dichter verder door het leven te gaan? Moet hij of zij een slam slaan?
Eigenlijk niet. En toch, doe het maar eens.
Ik heb het gedaan. Gisteren, dinsdag in Leiden. De enige plek in het Nederlandstalige gebied dat dit soort wedstrijd poëzieslag noemt. Martin M. Aart had het me mooi gevraagd. Ik slam echter niet, ook niet met de deuren, dus ben ik gegaan gewoon om mijn ding te doen: op een podium voordragen.
Een wijze grijze jury, bestaande uit Jaap Montagne, Yvonne Ottenhof, Han Ruijgrok, voorzitter en Adri Heinsbroek, een vlotte presentator met krullenbol, een jarige stage lopende presentator en mede-organisator Joost van Gijzen. Wat wil een mens nog meer, zie daar de Leidse poëziegilde.
[ik was vroeg na de middag vertrokken. Met de auto. Tot volgende week rijden er nog geen treinen die kant uit. Ik kon mooi meegenomen net voor sluitingstijd even binnen bij de Slegte, keurmerk voor ramsjboeken. Ik zoek namelijk de bundel ‘gedichten’ van Carlos Drummond de Andrade in vertaling door August Willemsen; het boek is uitverkocht. “Nee, mijnheer,” zei de man achter de kassa, “We hebben het niet. Je kan het wel vinden in onze filialen in Amsterdam en Tilburg.” Waarover later meer. Wordt vervolgd.]
Leiden slaat zijn poëzieslag in een dranklokaal, echt waar (Dranklokaal de WW ). Het ligt oergezellig in een steeg tegenover het stadhuis.
Er traden een zestal dichters aan. Eerst kwam er een ronde van elk drie minuten. Daarna in omgekeerde volgorde, vier minuten. Zeer diverse gedichten van behoorlijk niveau.
De jury had dan ook een lang beraad nodig om twee finalisten te selecteren: Daan Taks en Myra-Lot Perrenet. Het juryverslag was omstandig, keurig met redenen omkleed en in zekere mate objectief, in hoge mate eerlijk. Gebeurt niet altijd zo. (van Daan Taks hebben we verder nog wat gehoord en gelezen; van Myra-Lot Perrenet niets meer vernomen)
Winnaar werd uiteindelijk Daan Taks. Hij was helemaal uit Tilburg gekomen. Heeft het slammen in vingers en lippen.
Jelmer van Lenteren kreeg de publieksprijs. Myra-Lor kreeg ook de prijs van de mededichters, in de vorm van het gedicht van Martin M. Aart waarmee hij in de selectie van de Turingprijs gevallen is, op hout gedrukt.
Vandaag reed ik even naar Tilburg de winnaar naar huis en vond en kocht er de ‘gedichten’ van Carlos Drummond de Andrade.