- De barbaar is altijd een mens
voor hij toeslaat.
Laat hem toeslaan
op rabarber, desnoods
op een rubberboom.
Toch niet op een ander.
Toch slaat hij vooral toe
op een ander.
Zijn hoofd is op hol
geslagen, zijn hoofd is hol,
recht uit de hel
waar de duivel hem
inblaast en uitraast.
- Naast de mens de kameel
staat netjes in geel.
Ver daarboven het blauw,
waarnaar we reiken zo gauw
we kunnen,
het ons gunnen.
Het is al kommer en zand
dat in het kader spant.
We springen er niet uit,
we springen er gewoon in.