Ik weet nog heel goed waar en hoe ik op deze dag in 2009 was. In Harelbeke
Binnenkort maak ik met deze man dus een groots opgezet boek. Van mijn vrienden mag ik het graag hebben
Ik weet nog heel goed waar en hoe ik op deze dag in 2009 was. In Harelbeke
Binnenkort maak ik met deze man dus een groots opgezet boek. Van mijn vrienden mag ik het graag hebben
Feiten op een rijtje vooraf
Virton: Virton (Gaumais: Vèrtan; Waals: Vierton) is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Luxemburg. Virton ligt in Belgisch-Lotharingen en de Gaumestreek en is het zuidelijkst gelegen stadje van België. De plaats ligt bij de samenvloeiing van de Vire en de Ton, maar toch ontleent de stad daar haar naam niet aan. De naam is afgeleid van Vertunum, de Keltische benaming voor “goed verdedigde heuvel”.
De stad telt ruim 11.000 inwoners. Virton wordt beschouwd als de hoofdplaats van de Gaume.
(na de feiten die hier verder aan bod komen, zal deze stad niet meer dezelfde blijken te zijn)
Hendrik Carette is de jongste zoon van Antoine Carette (Brugge, 11 mei 1911 – Staden, 12 augustus 1985) en Magda Vrielynck (Brugge, 23 mei 1914 – 18 april 2009). Zijn broers zijn Antoon Carette (Brugge, 1940), televisieproducer en schrijver, Giel Carette (Brugge, 1942), godsdienstleraar, en Bart Carette (Brugge, 1944), vertaler.
Serge Largot: http://www.quefaire.be/moi-serge-largot-peintre-540082.shtml
http://lumennumen.blogspot.be/2005/03/serge-largot.html
Het verhaal
Zowat acht of negen jaar geleden, met ouder worden raakt de mens soms de tel kwijt dan wel het noorden, verbrandde Serge Largot voor de tweede maal in zijn leven al zijn schepen. Hij blies de bruggen achter hem op. Verdween.
Op een van mijn blogs meende ik hem op bezoek te zien komen, met als standplaats ergens iets in de Caraïben. Ik stuurde een mailtje en kreeg tot mijn verbazing antwoord en ja, hij was het.
Hendrik Carette, met wie ik vaak mijn middagpauze deel, en die ik tot tweemaal toe ontmoet had bij Serge, was benieuwd maar ik gaf dit nieuws slechts node. Al was het gevaar dat Hendrik of ik een expeditie zouden ondernemen in het Caraïbisch gebied onbestaande.
Op een dag dook Serge op in Frankrijk. Hij bleek terug van heel lang heel ver weg geweest. Hij dook op in een galerie in Virton, alwaar hij in oktober en november 2014 zou exposeren. Er zou een speciale vernissage gehouden worden halverwege de tentoonstelling, op tien november. Speciaal voor de vrienden, liet de galeriehouder weten. Dankzij de nieuwe media zoals het Groot Smoelenboek wist ik ongeveer alles. En ruim op tijd om Hendrik op de hoogte te brengen. We moesten geen groot vuur maken om de ijzers en plannen te smeden en ons op te maken voor deze dag.
Overigens maar dit geheel terzijde gebeurt het zelden dat twee dichters samen op stap gaan en nog minder om een schilder te ontmoeten die ook schrijft. Vandaar toch enig historisch belang van dit verhaal.
We waren ruim op tijd aangekomen in Virton, een stadje nauwelijks groter dan mijn huidige woonplaats en toch beschouwd als een hoofdplaats. Zonder te zoeken en zonder navigatietoestel kwamen we uit op de plaats van adres. Van de galerie was geen spoor te vinden, geen licht te zien. We hebben goed twintig minuten gedwaald, inboorlingen aangeklampt en ondervraagd, zonder resultaat. Op onze dwaaltocht vonden we een zaak waar schilder- en tekenmateriaal te koop is. Daar wist men ons wegwijs te maken. Op vijftien meter van de plaats waar ik de wagen had geparkeerd.
Nog een feit tussendoor
De naam van de galerie: le Comble. Betekent zowel het toppunt als de zolder. Voor Serge Largot begint zijn toppunt op deze zolder.
Terug naar het verhaal. Serge slaagde erin in een goed uur alles uit de doeken te doen wat hij in de voorbije jaren had uitgericht, ver van alles & iedereen. Dat doe ik hier niet uit de doeken, een samenvatting vind je hier.
Toen we Serge en de galerie verlieten besefte ik dat Virton nooit meer dezelfde zou zijn.
foto’s: Serge Largot en Hendrik Carette
Ik fiets graag en waar ik nu woon, is fietsen voor de band liggend. Ik wou al langer eens het jachtpaviljoen omcirkelen, dit is niet vanuit de Schelde-oever benaderen maar van binnenuit.
Vandaar dat ik in Bornem geraak. Daar is ook een galerie die ik al jaren ken, den Heeck, van toen Jas er nog exposeerde in het zog van zijn vriend Guy Vandenbranden. Ik fietste er langs maar geraakte er niet langs: er stond een veel te grote bestelwagen dwars over het straatje geparkeerd, met zijn achterdeuren open naar de tuin van de galerie toe. Ik moest dus wel stoppen en mijn fiets parkeren. Ik liep de galerietuin binnen. De bestelwagen bleek van Renaat Ramon te zijn. Die ik al een tijd tegenkwam in dichterskringen, hij is nu eenmaal dichter, maar die hier uitpakte met plastisch werk, wat minder frequent te zien is.
Behalve het blije weerzien met Renaat, was er ook het nieuws dat de galerie omgevormd werd tot centrum voor de studie van de constructivistische kunst. Beide galeriehouders hebben hun beroepsloopbaan afgerond en zijn nu ambtshalve met pensioen. Ze hebben daarom besloten dieper te gaan en hun handelsbelang in te ruilen voor de studie.
Aldus loopt daar nu tot 8 augustus een vrij unieke groepstentoonstelling. Meer info op http://www.denheeck.be/
Op de radio hoorde ik een recensent van tentoonstellingen van plastische kunst de dieperik ingaan. Hij had een tentoonstelling bezocht in Köln, of heb je liever Keulen, in het Ludwig Museum en had er geen woorden voor.
Het gaat om een tentoonstelling waarin werk te zien is uit drie periodes van de schilder Gerhard Richter. Ben effe gaan zien, gisteren. Hoef weer een tijdje niets meer te zien. Wie dit te zien krijgt, raakt vlug uitgekeken op een banale Tuimans, om er een te noemen die behoorlijk ondermaats werk levert en er peperdure prijzen voor vraagt.
In een van die drie periodes zet Richter gewoon muziek om in kleuren en bovenal, je krijgt de compositie zeer transparant te zien, een unicum in de lyrische abstractie. Mijn vrouw was er voorwaar van in de wolken.
Bovendien zijn de meeste van deze werken uitgevoerd in olieverf op doek. Zo hoort het nu eenmaal. Die probeersels tussen glas vallen wat uit de toon en hangen dan ook in een zaaltje apart.
Er zijn dus wel degelijk woorden voor, zij het dat je er geen verhaal mee kunt maken. Weg met die verhalen, denk je maar en bovendien heb je hier meer aan dan aan verhalende kunstjes. Koude kunst waar je warm van wordt.
Praktisch: nog te zien tot 2 februari. Het Museum ligt vlakbij het station van Keulen. Er is een ondergrondse parking voor wie met de wagen komt. De inkom kost 9 euro per persoon. Het museum heeft een restaurant. En bovendien heeft Keulen de schoonheid van een Noord-Italiaanse stad. We hebben er zelfs Italiaanse koffie gedronken.
Een versgeschildeconférence (13 december 2007)
Freud, dames en heren, herr doctor Sigmund, heeft niets uitgevonden. Hij ontdekte waar alles om draait: geslachtsgemeenschap.
Ik schrijf hier met opzet dit ongebruikelijke woord. Meestal leest men dan seks, een nogal plat woord. Maar wat is seks? Geslachtsgemeenschap. Draait alles echt daarom?
Als je het oude testament leest, kom je vanaf het begin tot ver in de Apocalyps, en dat is al het nieuwe testament, veel verhalen tegen die draaien om geslachtsgemeenschap. Adam en Eva, de kop van Judith bijvoorbeeld. Niet te verwarren met die van Jut. Let wel, Judith hield dit hoofd in de hand, het was haar eigen hoofd niet.
De Griekse mythen en sagen druipen evenveel van zaad en sappen als van bloed.
Met de geslachtsdaad, dames en heren, heft de mens de tweespalt in zichzelf op. Tweespalt? Ja, dat komt ook van die Sigmund, herr doctor Freud. Eigenlijk is het heel eenvoudig: wie aan geslachtsgemeenschap toe komt, is goed bezig en is er minder mee bezig, is er niet zo door bezeten. Ga je van bil, dan houdt het je niet bezig, dan ben je gewoon bezig. Dan is er geen scheiding van geest, ziel en lichaam of geslachten.
Dan loop je ook niet van de ene geslachtsgemeenschapsplaats naar de andere, je wandelt.
Wat heeft dit nu allemaal te maken met de mislukte federale regeringsvorming? Tenslotte bent u naar hier gekomen om daarover iets te weten te komen en niet iets te leren over seks, wat iedereen al lang weet. Alhoewel, tweespalt? Die regeringsvorming dus is mislukt onder leiding van Yves Leterme. Of was het Herman Van Rompuy? Of nu eens Olivier Mangain? En dan weer Bart De Wever? Of wordt het Karel De Gucht?
Het is dus Guy Verhofstadt geworden. Hij valt nu uit in zijn tegendeel. Vroeger viel hij samen met zichzelf: hij had zich verafstoot, ookéé zeg, verafgestoten, straks wordt hij half verafgegoden, ookéé zeg, verafgood.
Het werd verdraaid donker zeg in de tunnel. Maar wat heeft dit allemaal te maken met geslachtsgemeenschap? Zelfs Joost zou het niet weten.
Als we er alsnog mochten achterkomen, dan hoort u hier meer over op de volgende zitting van vers geschild.
In afwachting, we zijn nu zoveel jaren later al, duurt de slachting hier & daar nog altijd voort
![]() ![]() |
In deze, weer een andere streek is het meestal regenachtig. Ze ligt bij de zee. Nu hangt de zon er boven en beheerst het land. Straks eindigt de nazomer en begint het najaar. Een vrouw en een man hebben hun tent opgeslagen in een weide. Verderop is een trap uitgehouwen in de kloofrand. Beneden ligt het strand, tussen de klip en de zee. Het is middag. Een vrouw en een man hebben hun tent opgeslagen, ze bekennen er geen medemens. Naakt dalen ze af langs de trap naar het strand. Op het strand gaan ze liggen. Ze glimlachen naar elkaar. Als de man wat later opstaat, recht naar de golven kijkt en niet beweegt, richt de vrouw zich op op haar arm. Ineens zet hij het op een lopen, de zee in. Op haar beurt staat ze op en kijkt toe.
Kan ze het niet langer aanzien? Ze loopt hem achterna tot diep in de golven, tot ze naast hem zwemt.
Later, uit het water, liggen ze weer op het strand, te drogen in de zon. Is er wind? Ze voelen het niet. De bulderende golven zinderen nog na in hun oren en hun lijf. Ook als ze de trap opstijgen. Als ze in de tent gaan. Als hun lichamen in elkaar schuiven en zij kreunt van goesting.