Virton il fait bon ton


Feiten op een rijtje vooraf
Virton: Virton (Gaumais: Vèrtan; Waals: Vierton) is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Luxemburg. Virton ligt in Belgisch-Lotharingen en de Gaumestreek en is het zuidelijkst gelegen stadje van België. De plaats ligt bij de samenvloeiing van de Vire en de Ton, maar toch ontleent de stad daar haar naam niet aan. De naam is afgeleid van Vertunum, de Keltische benaming voor “goed verdedigde heuvel”.
De stad telt ruim 11.000 inwoners. Virton wordt beschouwd als de hoofdplaats van de Gaume.
(na de feiten die hier verder aan bod komen, zal deze stad niet meer dezelfde blijken te zijn)
Hendrik Carette is de jongste zoon van Antoine Carette (Brugge, 11 mei 1911 – Staden, 12 augustus 1985) en Magda Vrielynck (Brugge, 23 mei 1914 – 18 april 2009). Zijn broers zijn Antoon Carette (Brugge, 1940), televisieproducer en schrijver, Giel Carette (Brugge, 1942), godsdienstleraar, en Bart Carette (Brugge, 1944), vertaler.
Serge Largot: http://www.quefaire.be/moi-serge-largot-peintre-540082.shtml
http://lumennumen.blogspot.be/2005/03/serge-largot.html

Het verhaal

Zowat acht of negen jaar geleden, met ouder worden raakt de mens soms de tel kwijt dan wel het noorden, verbrandde Serge Largot voor de tweede maal in zijn leven al zijn schepen. Hij blies de bruggen achter hem op. Verdween.
Op een van mijn blogs meende ik hem op bezoek te zien komen, met als standplaats ergens iets in de Caraïben. Ik stuurde een mailtje en kreeg tot mijn verbazing antwoord en ja, hij was het.
Hendrik Carette, met wie ik vaak mijn middagpauze deel, en die ik tot tweemaal toe ontmoet had bij Serge, was benieuwd maar ik gaf dit nieuws slechts node. Al was het gevaar dat Hendrik of ik een expeditie zouden ondernemen in het Caraïbisch gebied onbestaande.
Op een dag dook Serge op in Frankrijk. Hij bleek terug van heel lang heel ver weg geweest. Hij dook op in een galerie in Virton, alwaar hij in oktober en november 2014 zou exposeren. Er zou een speciale vernissage gehouden worden halverwege de tentoonstelling, op tien november. Speciaal voor de vrienden, liet de galeriehouder weten. Dankzij de nieuwe media zoals het Groot Smoelenboek wist ik ongeveer alles. En ruim op tijd om Hendrik op de hoogte te brengen. We moesten geen groot vuur maken om de ijzers en plannen te smeden en ons op te maken voor deze dag.
Overigens maar dit geheel terzijde gebeurt het zelden dat twee dichters samen op stap gaan en nog minder om een schilder te ontmoeten die ook schrijft. Vandaar toch enig historisch belang van dit verhaal.

We waren ruim op tijd aangekomen in Virton, een stadje nauwelijks groter dan mijn huidige woonplaats en toch beschouwd als een hoofdplaats. Zonder te zoeken en zonder navigatietoestel kwamen we uit op de plaats van adres. Van de galerie was geen spoor te vinden, geen licht te zien. We hebben goed twintig minuten gedwaald, inboorlingen aangeklampt en ondervraagd, zonder resultaat. Op onze dwaaltocht vonden we een zaak waar schilder- en tekenmateriaal te koop is. Daar wist men ons wegwijs te maken. Op vijftien meter van de plaats waar ik de wagen had geparkeerd.

Nog een feit tussendoor
De naam van de galerie: le Comble. Betekent zowel het toppunt als de zolder. Voor Serge Largot begint zijn toppunt op deze zolder.

Terug naar het verhaal. Serge slaagde erin in een goed uur alles uit de doeken te doen wat hij in de voorbije jaren had uitgericht, ver van alles & iedereen. Dat doe ik hier niet uit de doeken, een samenvatting vind je hier.

Toen we Serge en de galerie verlieten besefte ik dat Virton nooit meer dezelfde zou zijn.

foto’s: Serge Largot en Hendrik Carette

Largot boven water gekomen in formaatCarette met katten

Tussen ik beken en alles wordt ooit duidelijk


Daartussen ligt het dagboek. Dit wordt echter geen dagboek omdat ik 1 & ander wat door elkaar schud & haal.

Mij valt het op hoe mijn moeder, inmiddels 85 jaar oud, en soms kortademig, als ze haar volle adem vindt, voluit vertelt. Eerst gooit ze alles wat haar hart bezwaart, er af. Dan staat ze recht Soms, zoals onlangs is het iets dat die dag zelf gebeurd is. Dat haar oudste zoon zich opwerpt tot nagel aan haar doodskist bijvoorbeeld. Ach, die jongen heeft altijd een wat morbide ambitie gehad.

Daarna gaat ze terug in de tijd. Dan zit ze of ligt ze. Tot het begin van haar huwelijksjaren. Of tot die periode waarvan ik zelf niet zonder schaamte zou over vertellen. Doet er niet toe, voor haar, nu het einde nadert, valt de schaamte weg.

Ik besef op die ogenblikken wel degelijk dat ik een bevoorrecht luisteraar ben.

Haar geheugen is alvast helemaal niet aangetast.

Een week geleden dus keerden we terug uit vakantie. In de winter is dat met  het vliegtuig. Naar de smaak van mijn vrouw was de uitgang naar waar we ons begaven, niet de goede. Zij beseft niet altijd het verschil tussen een lijnvlucht en een charter. Wij vliegen meestal met een charter. Daarvan kan het uur veranderen maar ook de uitgang. We hadden het daarover toen een man, die schuin tegenover ons zat, in het Frans zei: Gaat u naar Charleroi? Dan is dit wel de uitgang.

Kijk, voor velen mag dit een wonder lijken in onze weet ik veel nog hoe te omschrijven al lang niet meer samenleving. Dat iemand hoe vreemd ook, spontaan het woord tot een ander richt. Mij warmt dat altijd op. Noem me gerust goedgelovig. Het laat me koud. Je moet gewoon op tijd proberen te beseffen wie er voor je staat.

Voor ons zat, zo bleek, een Palestijns zakenman. Hij handelt in siertegels. Hij wou in mijn tweede vaderland een zaak opzetten, maar zag daar vanaf. Hoewel ze daar worden verondersteld dezelfde taal te spreken, spreken ze liever hun streektaal. Tiens, het is daar ook al niet anders. En ze zijn niet te vertrouwen.

België, Luxemburg, daar heeft hij wel goed draaiende zakencontacten.

Mijn vrouw vond het vreemd dat hij geen handbagage bij zich heeft. Ik vond dat niet vreemd. Nog minder vreemd vond ik dat hij na al die landen te hebben opgesomd waar hij naar toe reist voor zaken, van Jordanië zei dat hij zich daar thuis voelt. Dat was zowat de enige zin die hij niet zakelijk en objectief uitsprak. Maar dus met lichte trilling in de stem.

En dit brengt me terug bij mijn moeder. Ja, ik zeg al eens een goede dag tegen iemand die ik niet ken. Als ik dat een paar keer volhoud, komt er al eens een gesprek van. Meestal krijg ik trouwens een goede dag terug.

Ik bedoel maar, zeur niet over je eenzaamheid, zeg je medemens goeiendag. Goede morgen, goede middag, goede avond. Al zijn er dan ook weer bij wie me dit moeilijk valt.

Gisterenavond had ik de overgang willen bijwonen van de nog jonge Klüger Hans (redactie) naar de nieuwe redactie. Mijn vrouw en ik hebben echter een bijzondere huwelijksverjaardag te vieren dit jaar en we zijn begonnen met de voorbereidingen. Die zijn aardig wat uitgelopen maar gelukkig was het na een labyrintische tocht toch eind goed. Al goed.

Inderdaad, we zijn om te beginnen langs gegaan bij de zaak van een jeudgvriend, Stef De Hollander, in Kemmel. Bleek dat hij de zaak voor bekeken had gehouden. Er waren net nieuwe uitbaters die het ons konden vertellen.

Fransen, het blijven vreemde vogels in de Europese bijt. Een collega op het werk gaat zelfs verder. Hij vindt Frankrijk een mooi land maar vindt het spijtig dat er Fransen wonen. Bijna was ik ook zo ver gegaan en gaan denken. Verleden zomer liep ik in Duinkerke een parkeerboete op. Nochtans had ik in correct Frans geschreven op een briefje achter de voorruit waarom ik niet kon betalen. Ik had gewoon geen munten op zak en met een bankkaart betalen kon niet. Ik heb de boete aangevochten bij de politierechter. Deze heeft er een half jaar over gedaan om te besluiten dat hij niet op mijn verzoek kon ingaan. Ik moet dus toch betalen. Amper 17 euro. Maar hoe?

In Frankrijk kan je dat slechts op twee manieren: via een cheque. Is al lang afgeschaft in België. En elders. Of via de typisch Franse boetezegels die je enkel in Frankrijk vindt. De Republiek Frankrijk mag zich gelukkig prijzen dat ze besloten heeft die zegels aan te bieden in elke bar – tabac, zijnde een café waar je ook rookwaren kunt kopen. Bestaat enkel in Frankrijk. U mag me tegenspreken. De Franse Republiek mag zich verder ook gelukkig prijzen dat ik nog af en toe eens aldaar een voet zet en uitsteek. Dus kocht ik gisteren zo’n boetezegel. Morgen gaat het hele geval op de post. Zo kom ik ongeveer eenmaal per jaar nog eens in de post.

Zondag-draait-Stef-Dehollander-voor-de-laatste-keer-de-tapkraan-van-Het-Labyrint-open-Foto-EF- den doolhofTimbre-amende