6. Nu ik me zo zie, hoor en weet,
boom kreunend onder de vlagen,
wind en regen, zonder bladeren,
kom ik niet meer weg.
Ik sta helemaal recht.
Om te liggen, om op een lijn
te gaan met het draagvlak
dat me draagt,
moet ik vallen.
In mijn verwarring mag ik niet
grijpen naar de coffeïne.