Wendingen

Uit wenden de poten van de meeuw

sporen aan in de branding.

In wenden we ons tot elkaar

in de duinen waar wij aards

paradijsachtig toeven.

.

Parijs draait grijs

ruis ver weg

sterft af.

.

Wij wenden noch keren

voor of opzij naar de kim

kijken zonder iets te zien.

.

Dat is het grenzeloze ongebeuren

waarin feiten ten onder gaan

nog voor de zon

ze vervoegt.