- De ligging lijkt vrij gunstig,
het zicht, hoewel beperkt,
behoorlijk riant
in deze plooi.
Vroeger zou dit onaannemelijk
bevonden worden.
We zijn nu eenmaal verder af,
krijgen te maken met kiespijn,
met Delphine L, naast Lucienne S.,
met wie de ligging alsnog gunstig lijkt.
Het ligt niet aan de touwslager
vooral niet aan de mouwveger.
Mijnen en schoorstenen zien er
behoorlijk riant uit.
2. Hij trok van leer, goed en wel,
gelooid en humeurig,
schot in de roos in de lach
in de wand. Vanuit de wandelgang
pruttelt oorverdovend gepruttel
zich een weg.
Niets was vergeven
noch was het vergeten.
Hij trok zich dra terug.
In de kleur van je haar
weerspiegelt zich de staar
waarmee ik je aankijk
zonder met de ogen te knipperen.
Of ik buiten sta
dan wel binnen lig,
de wandelgang is gesloten.
3. Nog even houdt het gefluister aan.
De rilling loopt van onder
naar boven en pijlsnel terug.
Buiten vult de hemel zich
wellustig met zwarte wolken.
Het is wachten
op de eerste bliksem
die de weg neemt
van de rilling
alles meteen wegneemt.
Liefst zonder gedonder.
4. Ons droompaleis staat
gebouwd op een kelder.
De koude gaat er vanuit,
houdt huis in de wandelgang.
De vlucht naar het terras,
de vlucht vooruit,
adem happen
de dood doorslikken, de kelderdeur
een trap geven.
Ons doornenhoofd staat haaks
op onderhuidse kolder.