Er zijn al heel wat dichters die in stilte afscheid genomen hebben van Pomgedichten punt nl, de webstek van de Amsterdamse dichter Pom Wolf. Nu is het mijn beurt maar ik wil er enige ruchtbaarheid aan geven.
Vooreerst wijst Margerite Yourcenar erop dat al dat ik in de literatuur getuigt van kleinburgerlijkheid. De zondagwedstrijd op pomgedichten wil zich daaraan nogal eens bezondigen. Ik voel me daar al langer minder thuis en kwam er vaak tegen de bierkaai pissen. Soms viel ik alsnog in de prijzen, meestal was de commentaar echter ronduit voos en inderdaad kleinburgerlijk. Knus, weet je wel. En stoor me niet in mijn knusserigheid.
Toen de webmeester zich nogal neerbuigend uitliet over een gedicht dat verwijst naar het scheppingsverhaal uit de Bijbel – alsof het een gegeven is dat je moet opzoeken en dan nog, waarom niet? – verschoof er iets. Er verschoof een kwartje of een stuk van tien cent. Het zou weldra vallen.
Daarnaast werd de onvolprezen columniste op dinsdag en alsnog schrijvende dichteres Jolies Hey verdacht gemaakt. Ze zou het tieftaliaans beoefenen. Dergelijke vaststelling, want ja, ze klopt, zou in minder kleinburgerlijke middens tot handgeklap aanleiding geven, als niet tot vreugdegevoelens. Niet zo op de pom.
Ik kan het de meester van de wolf in de appel niet euvel duiden. Hij doet wat hij kan. Maar meer kan hij blijkbaar niet aan. Daarom stuur ik nooit nog een gedicht voor de zondagochtendwedstrijdtrofee. Het is goed geweest zo.
De illustraties hieronder: de dichter pom wolf en een manuscript van een gedicht geschreven voor de zondagmorgentrofee.