Over, boven, midden, onder,
waar ligt het aan?
Paul laat tot slot een traan.
Van nul en enerlei
en omgekeerd,
waarde wat scheert
rakelings langs het hoofd
van de beambte?
Waar het wie dan ook
raakte en verlamde,
komen we makkelijk te weten.
Bij het werk hoef je niet te zweten.
Paul is daarna opgestaan,
welluidend weggegaan.