De draad glijdt in het oog van de naald.
Een knoop legt hem vast.
Je hoort de naald niet zeggen:
en dan?
Soms zou de draad willen zeggen:
de naald is gek, zo jaloers is ze dat ik
door het oog word gehaald.
Maar gelukkig zwijgt hij.
Daarom verbergt men
de naald in een hooiberg.
In de schaduw van die berg
is het goed soep drinken.
Een schaduw verder
is het goed thee drinken.
Nadat we zowat alles hadden gezegd,
en we zuchtten.