5. Tegen de gewoontegang van zaken in
houdt het been zich recht,
tot het stamt.
De armen spreiden zich,
houden zich op tussen grond en wolk
tot ze vertakken.
Vrij vlug volgt dan
het hoofd, tot kruin.
Niet de voeten schieten wortel.
Daar willen we best van afwijken.
Hoezo? Die zit.