Slam te kakken gezet te Antwerpen


Ondergetekende heeft in de jury gezeten van de eerste en wat mij betreft laatste Antwerpse poetry slam. In het verre Westen is de slam in goor slijk begonnen, met varkensallures zeg maar, zoals hier op dit blog te lezen viel. Het is daar echter relatief proper geëindigd.
In Antwerpen begon het met de voorrondes allemaal zeer proper en uitermate verrassend. Je beleefde er als jurylid voorwaar nog plezier aan. Spinopaat, lees je dit? Ja, wat jij bestempelt als een oudje van de Muzeval heeft plezier beleefd aan de voorrondes. Want, eerlijk, zo oud als Spinopaat zich moet voelen om teksten te brengen als hij doet, heb ik me alsnog niet gevoeld. Levensmoe, die spin. En nog maar nauwelijks geboren.
Er waren dus voorrondes. Die vonden plaats in beschutte speelplaatsen, met weinig echt publiek. De finale echter vond plaats in een echt café, waar slam thuishoort, voor een echt cafépubliek, dat de slammer voor zich dient in te nemen. Wat zag de jury en met haar het publiek? Dalend niveau, twee dichters in stijgende vorm, herhaling van hetzelfde en, ja, zelfs een onvoorbereid dichter die net iets uit de pen had geschud en geen afstand noch werk had gemaakt.

Nu zou je dus denken dat die twee dichters in stijgende vorm naar de Belgische finale mogen gaan in april? Mijn punten en mijn commentaar liegen er niet om: Maarten Inghels en Dirk Elst hebben bij mij zeer goed gescoord op inhoud en Maarten ook nog eens op performance.
Voor de rest? Even nog het laagtepunt van de finale meegegeven: de naakte waarheid. De jury bestond uit drie vrouwen en twee mannen (de paardenkop van dienst was die avond bezet of te druk bezig of te bezig druk te doen) en kregen een antistresspoweet in zijn niet eens vakkundig gestripte blootje te zien. Ik heb ze duidelijk horen afgaan, de vrouwen in de jury, ze hadden meer verwacht aan het einde van de strip (tease). Voor mij was de vraag of deze naakte waarheid functioneel naakt was dan wel Kyoto overschrijdend. Maar toen de hele waarheid en niets dan de naakte waarheid uitgesproken was en de dichter zonder stress zijn kleren bijeenraapte en wegliep, bleef van de hele vraag naar functioneel naakt niets over. Erwin had allicht gehoopt de jury een vingerwijzing te geven vanuit de buik of net eronder maar die vinger bleef daar lamlendig hangen. Zo verging het ook zijn punten. (’s Anderendaags vroeg ik hem zelf of hij functioneel naakt was dan wel Kyoto overschrijdend? Nee, hij zei me dat hij er weinig zin in had. Ik dacht dat hij allicht zijn reet wou vegen aan de hele slam).

Het is dus genoeg geweest. Als ik Kaatje Wharton mag geloven, is in Nederland poetry slam een kwestie van poëzie avant tout. Ik zou haar willen geloven en als daad van geloof eens mee trekken naar zo’n Nederlandse slamwedstrijd. In afwachting heb ik besloten in België de slambijl erbij neer te leggen en niet meer in een jury te zetelen noch op enig andere wijze belangstelling aan de dag of nacht te leggen voor dit voorlopig verschijnsel. Moet er nog poëzie zijn of volstaat zand in uw ogen?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s