Humor, Carette en slam

Hoewel ik Hendrik Carette al jaren ken, als persoon waarvan ik weet dat hij gedichten schrijft en vertaalt, kende ik van zijn werk slechts enkele gedichten hier en daar opgevangen in een tijdschrift. Ik heb hem bijvoorbeeld nooit horen voordragen. Toen we samen naar Virton trokken om Serge Largot, de zwervende schilder, na jaren eindelijk weer te mogen omarmen, gaf Hendrik me een bundel mee met zijn gedichten. Ho, wat heeft Carette zelf ook al gezworven! Hij en Largot zijn twee romantici, maar niet ongeneeslijk.

 

Constant bekijkt Carette landschappen als mogelijke schuilplekken. Tot ik gisteren dit van hem las:

 

Lente in het arboretum van Tervuren

 

Het is een goed paard dat wacht op mij.

Het is een groot bruin paard dat stampt

in de stal en dampt op de wei.

– Mijn lief wil mij de Latijnse namen

van al die bomen in dit arboretum leren.

De dag is een gure voorjaarsdag

  • – het gras is grijs berijpt –

maar ik wil niet meer wandelen

en niet meer mediteren.

Ik wil naakt zijn en rillen

bij dit naakte paard.

Ik wil weer naakt zijn en springen.

 

Vooreerst zou ik dit gedicht bijwerken. Een spatie nemen tussen “leren” en “De dag…” Maar nee, hier een blok tekst, het lijkt wel een man uit een stuk die daar naakt wil gaan staan. En dan die man, die anders altijd zo piekfijn gekleed loopt…, netjes gemanierd. Haast een gentleman. Is deze wens naakt te zijn en te springen dan pose? Nee. Het is lente en daarom wil hij springen. Het is met andere woorden een knipoog, humor. Het dier Carette weet zich gekooid maar laat zich niettemin niets op de mouw spelden, wil liever de mouwspelder bespringen.

leonard noles

Daarmee komen we bij humor in de poëzie. Nolens is ertegen, kan er niet tegen. Nolens bedrijft poëzie op haast sacrale wijze. Hij offert zich graag op voor de poëzie. Echter, veel daarvan is pose. Nolens is een mens, zo is onlangs gebleken toen hij bijna stierf. Nolens is evengoed romanticus maar dan zonder remmen en dan geldt: romantiek maakt ziek, man maan en paard. Carette lijdt niet onder de romantiek, hij heeft zijn zwerversbestaan verankerd in een prachtkooi en vindt dat helemaal niet erg, op die ene lentedag na in Tervuren.

 

En dan nog tot slot het Belgisch kampioenschap slam. Ik zat in een uiterst comfortabele positie om te oordelen maar heb niet geoordeeld. Op een na heb ik alle deelnemers vertaald. Laat het nu uitgerekend die ene zijn die ik niet heb vertaald die gewonnen heeft; de vorige keer was het omgekeerd en heeft het gedicht waaraan ik in vertaling het meest heb gewerkt, gewonnen. Mijns inziens onverdiend. De winnaar speelt voluit de ironie. Ik schrijf wel gedichten maar ben geen dichter. Blijf dan thuis, man! (Ik zie me hier staan maar sta hier nauwelijks) Dat de jury hem als beste naar voor schuift en dus de zelfspot boven de ernst en de humor stelt, zegt genoeg. Slechte jury.

Carette met kattencheval_05

Plaats een reactie