Nog voor de avond valt,
we zien de zon zienderogen zakken,
rollen we ons tapijt uit.
.
Een onder ons neemt de luit,
slaat ze aan. Wij
zetten samen een zang in.
.
Haast in stilte dansen de dansers,
in gebaren die gelijk lopen
en vloeien met de vlakte.
.
Tot de trommels het tempo verhogen,
de dansers uit de stilte breken
in gebaren die tegen de bergen
op lopen, waar de avond valt.
.
Hier en daar valt een zucht uit een boom.