Het ontbreekt niet aan klinkende munt
daar de gleuf van de spaarpot
wijd open gaapt.
.
Ook niet aan snoep
uit open doos.
.
We eten uit het vuistje,
krabben niet te hard aan het puistje.
.
Dit alles vergaat grondig in het niet
als ze aanheft een hemeltergend lied.
.
Ze maakt wat ophef,
valt dan neer,
een rimpel in het water van het meer.
