Hoe wij halverwege
half mens worden,
inslapen en wakker worden.
Het heeft nu eens een rotvaart,
dan weer vaart het traag
tegen ons uit.
Bij het aanbreken van het ogenblik
breekt alles uit en los.
Bomen vallen omhoog,
huizen vallen neer,
vliegtuigen fietsen weg,
fietsen varen over,
ogen verlaten hun kassen,
oren rukken zich los van hun hoofd.
Plato sluit zijn grot het is uit.
Voorgoed zwijgt nu de treurbuis.