Langs het jaagpad, langs het fietspad
groeit hier het gras ligt daar water.
Waar trekt het op? Op de duwvaart.
Met in de ene hand de bakfiets,
in de andere het touw, trekken we de boot.
We kijken uit en turen
naar de einder, naar huis.
Daar hangt in de lijst
het portret van de oertrekker.
Maar zie, wij duwen en duwen
tot de lijst