Waarom ik experimenteer en blijf experimenteren

Ik heb mijn debuut gemaakt in de jaren 1970 toen de tijd voor het experiment voorbij was, zo meende de goegemeente toen. Anderzijds heb ik meermaals moeten horen dat ik geen vrees noch angst ken. Kijk, beiden gaan samen.

Er is geen tijd voor het experiment en een andere tijd waarin het experiment voorbij is en angst opnieuw moet heersen, met alle conformisme van dien.

Met andere woorden, ik geloof er geen reet van. Dat het experiment voorbij is. Dat het opnieuw tijd is om schrik te hebben. Je onveilig te voelen. Dan ga ik maar lekker dwars liggen, of nog beter: in opstand komen. Gewoon opstaan en roepen: ga weg.

Niet dat ik, op mijn levende eentje, daarmee het terrorisme tegenhoud (de Bende van NIjvel, de CIA, de Mossad).

Ik doe dit niet om in de kijker te lopen. Ik doe dit omdat ik niet anders kan. En wil.

Martinus Benders vindt, me dunkt terecht, dat je niet eventjes wat kunt experimenteren op papier en voor de rest meelopen met de bende of de bent of de Benders. Overigens experimenteer ik niet zozeer op papier als wel met mijn leven en daarvan is mijn poëzie de weerslag.

Demonstreer ik iets? Wil ik iets ‘duidelijk maken’? Dat ik zus of zo? Quod erat demonstrandum? Ga weg! Zak door de grond desnoods, ga op als een vlieger of loop leeg in de ruimte als een luchtballon. Maar ga weg! Of nog beter: blijft u rustig zitten, luister, lees. Hoor toe.

*

De wereld die ik pik. Je krijgt in deze je gelijk van onderuit en blijf eenvoudig je graantje meepinken je traantje meepikken.

*

De naam tieftalen laat vermoeden dat ik bij het schrijven neerkom op diepgang. Wat een zin, he. Ik geef toe, ik heb ze in twee fasen geschreven. Soms gaat zoiets me af in een ruk of in een trek (met de pen). Dat vermoeden is bestendig terug te vinden in de confirmatiezone. Deze bevindt zich op vijf minuten afstand van de comfortzone. Er gaapt echter een kloof tussen beide zones. Met andere woorden, ja, ik ga voor diepgang. Ik beken en erken. Sinds ik op jonge leeftijd de jazz heb ontdekt, eerst met het oor, later al dansend, nog later al spelend, ga ik ook breder. Eigen aan de jazz is de tegentijd. Je gaat op de muzikale lijn niet louter vooruit maar ook opzij en achteruit, in tegentijd, tegen de tijd van de lijn in. Zo schep je een breedte die er anders niet is.

osama-bin-laden-dead

John Coltane (koutraan)

John Coltane (koutraan)

Martinus Benders

Martinus Benders

Plaats een reactie