4. Jij of een ander, jij bent
uitgerekend de ander.
Ik draag je stem heel ver,
ik gedraag je niet.
De gemeenschap, ô la communauté,
van voetlozen krijgt vleugels.
Wat dacht je anders van Jolie,
de schone Angela?
Of nog iets verder van Henry?
Hij is weg naar Brazilië.
Tot slot heb ik de stad bezet,
die jij verlaten had
toen de andere die bezette,
om die ander te vervoegen.