Daar reeds liggen we uitgestrekt.
Daar waaien reeds zulke geuren
uit de tuin.
Zeker, niets is eindig,
alles gebeurt.
Daarom niet getreurd.
Soms komt de heuvel
aangewandeld alvorens
plaats te nemen.
Soms komt de heuvel
helemaal niet. Daar is ze.
Wolken en wonderen waaien
uiteen.
Ze verstrooien zich in spel.
Landerigheid vindt geen land
om aan te spoelen.
Daar dus liggen we uitgestrekt.