Het ontgaat de wakkere voorbijganger niet,
de plons. Groter dan van een kikker.
Hij houdt stil en draait zich om.
Is het naar links, is het naar rechts,
niemand maalt erom.
Een man is pardoes in het water gevallen,
het hoofd vol sores en plannen
ter verbetering van de wereld.
De voorbijganger grijpt hem
bij de haren en trekt even, tot hij ziet:
wilde Geert. Laat maar vallen.
Hetzelfde lot beschoren wij voor anderen
van die aard, grote eenzelvige wereldverbeteraars,
manipulatoren vooral:
die van Ankara,
van Washington,
van Damascus
en ga zo maar nog een tijdje door,
allemaal pats in de poel.
Niet Poetin. Hij is vertrouwd
met water en valt daar niet makkelijk in.