Onstuitbaar lijken we wel
in onze opmars naar mars,
pantoffeldiertjes in de val
omhoog, tot mensenmiertjes.
.
Mannen, sla nu de handtrom,
vrouwen, zing dan kere weerom.
.
Uitzinnig dansen wij,
diertjes en miertjes en mensen, blij.
.
We zetten het niet op een lopen,
teveel berenklemmen in de tropen.
.
Mannen, sla nu de handtrom,
vrouwen, zing dan kere weerom.
.
Dageraad twinkelt,
ochtendrood kringelt.
.
O hoe licht nu onze voet
het in dit vers niet doet.
