Zonder refrein

We wachten bij het vissen op een wijting

van wit vlees krijgen

onze ingewanden en hersenen kwijting

zodat we opgelucht

.

Opgelucht staan we dan recht

ruimen onze spullen op

en samen denken aan het gerecht

dat we straks samen

.

Samen gaan we nu naar huis

zingen opgewekt het visserslied

dat wie ooit zijn haard verliet

blij mag zijn als een luis

.

Als een luis uit de pels valt

daarmee ook de zon

de dag mooi zo eindigt