Van merels en van mussen
weten we veel ondertussen.
We tellen ze in onze tuinen
als ze zingen in boomkruinen.
.
Bij de beek gezeten tellen we
nu even de merels niet.
In het gras liggen we zo weten ze
zich veilig voor ons geniep.
.
De vogels hebben hun woede gekoeld,
wij onze opperritsen gevoeld.
.
Als morgen een nieuwe dag aanbreekt zijn we net weer aangekleed.