Stouten op zaterdag


Dichters zijn als exotische bomen

Nou, ik schrap meteen die als: dichters zijn exotische bomen. Bovenstaand vers komt uit een gedicht uit de jongste bundel van Bart Stouten, gisteren voorgesteld in de Zwarte Panter, voor een volle kapel.

Door die als te schrappen maak ik Bart tot familie; nu, het is uiteraard onzin; dichters zijn geen bomen, Bart en ik zijn dat en hier & daar nog wel een. Frank de Vos bijvoorbeeld is een geweldig struikgewas en Benno Barnard is een overontwikkeld overblijfsel van een tongbot. Dit alles heeft niemand van bovengenoemden noch ondergetekende belet om met elkaar in gesprek te treden.

Dat is nu eens taal, zie. Let wel dat bomen hoger spreken dan struiken maar dat ligt voor de hand.

Ik kijk door het raam: buiten stoeit de herfst

De inleider van de bundel, Kurt van Eegem, bij god, was zeer geporteerd door dit vers; en door een paar andere. Die ik die daar staat door het raam te kijken, dat is Bart Stouten. Bij mij zou dat al vlug erop neerkomen: Kijk door het raam stoeit de herfst. Dan dwing ik de lezer mee te kijken, zie je.

(Dichters) ze brengen een Latijnse naam mee (die verder niemand begrijpt)?

Ik weet het niet het mag ook Grieks zijn voor mijn part, oncoloog ik zeg maar iets al zeg ik liever niets. Daarmee kom ik tot het punt waar Barts wereld en de mijne in elkaar gevlochten zijn geraakt: toen hij vertelde dat hij als enige van zijn gezin een auto-ongeval heeft overleefd, werd ik doodstil. En weet ik dat die jongen, die boom van een vent, het liefst in stilte mijmert door het raam.

Frank De Vosvan fooi tot bankgeheim van een & ander Bart-Stoutenbenno barnard in tv studio