We hebben de Brandenburger tegoed.
Met Bach zetten we de toon.
Nu nog de poort.
Hoe reiken we immers niet
naar Victoria op haar karos.
Vooruit, niet met de geit,
met de vier paarden.
Dubbele 2 pk!
Wie zegeviert hier?
Napoleon, een dief
in het diepst van zijn poriën
heeft haar van de Pruisen gestolen.
Adolf H., mislukt kunstenaar
in hart en nieren, heeft haar
op zijn beurt gejat.
Zwarte toverkunst van die dieven,
opgestapelde stenen tot poort.
Hier achtervolgen ons de stemmen
van diefachtigen, onliefhebbenden,
die quasi achteloos,
tot tien keer toe loos,
tekeer gaan.
Met veel moeite houden we stand.
Al het bloed vergoten in hun naam
spreekt ons hier gebiedend aan.
Wij die van de Menenpoort
van de vrede zijn.
Hier vloeit een rivier vol rottend bloed.
Levende doden liggen er op sterven
met verscheurde ingewanden
die verstommen tot ze zwijgen.
Voorgoed of tot straks.