jongens, was me dat weer stennis zondag. Hoezo? wel ja, op pomgedichten. Doe ik dan toch mee aan de wedstrijd, tegen beter weten en op uitdrukkelijk verzoek, dan moet ik nog maar eens vaststellen dat de juryvoorzitter er met beide voeten naast zit. Gebeurt meer hoor, niets aan de hand zou je denken. Zou je denken?
Wat ik ervan denk? Ik wacht tot hij voorzitter af is en geef hem alvast dit mee:
Voor Roop
God, geef hem de tering.
Hij heeft geen hand weg van nering,
verkeert met beide benen verkeerd in de mening
dat als iets is, en het is actueel, het dan verschijnt.
Eerst op de treurbuis,
daarna op de radio
tot slot in de krant.
Alsof hij er telkens verschijnt
als hij de pot op gaat.
Of anders van bil.
Bij gebrek immers aan bril
en met de peuk voor schut,
reikt zijn blik niet verder dan
ik ben ik. Je est un autre, connard,
aldus Arthur Rimbaud.