Beste, besten,
Vanavond geen praatjes. Bijvoorbeeld het weerpraatje, daar is het al te laat voor. Regen is nu drup. Je ne me contenterai plus de belles paroles, ce soir.
Vanavond wel iets met François. Villon dan, neem nu du Villon. Die werd, op het einde van zijn leven, familie van Frans Hals. Nog voor er van enige Europese of andere unie sprake was, toen enkel brute macht bestond en Machiavelli vlijtig zijn boekje schreef en alles zodanig verdeeld werd dat er niet geheerst werd – heersers kregen toen een kleine toelage uit de armoedekas zoals de werkloosheidskas toen nog heette – uitgerekend toen verbroederden Villon en Hals tot twee vrolijke Fransen.
Werd die periode daarom later de Renaissance genoemd? Kom en kijk, kom eens zien. U hebt uiteraard het volste recht hier niets van te geloven. Iedereen heeft dat recht trouwens. Helaas doet het er niet toe.
Non, je ne me contente pas de belles paroles.
Iedereen weet – ja, ook u daar, onnozele hals – dat François Villon werd opgehangen. Althans, zo stelde hij zich zijn eigen dood voor in ‘la ballade des pendus’. Ernst van Altena heeft er een schitterende vertaling van gemaakt die zowat iedereen kent. Er zijn er nog, hoor, die Villon vertalen of vertaald hebben. Van Altena heeft er wel een prijs voor gekregen. Ook van Villon is de zin: ik ken de pater aan zijn pij, ik ken echt wel alles, ja, ik ken alleen mezelve niet.
Je connais à la robe l’homme,
Je connais le beau temps du laid,
Je connais au pommier la pomme,
Je connais l’arbre à voir la gomme,
Je connais quand tout est de mêmes,
Je connais qui besogne ou chôme,
Je connais tout, fors que moi-mêmes
Met deze zin is hij meteen medestichter geworden van onze huidige kennismaatschappij. Einstein wist beter: verbeelding is belangrijker dan kennis. Ach, die Albert toch.
Frères humains qui après nous vivez,
N’ayez les cœurs contre nous endurcis.
Villon is op het nippertje ontsnapt aan de dood door de strop. De beul kende genade.
Bij Frans Hals het tegengestelde. Hem verging het anders. Toen hij geheel gehavend en gemarteld voor de scherprechter werd gebracht, sprak deze een scherp vonnis uit: de dood, da’s straf.
De beul zei nog: Frans, hou je hals recht, ja nog wat rechter, Hals. En dood was Frans. Meteen is mijn verhaal ook uit.
(conférence gehouden op Vers Geschild gisteren 13 september)
Grappig, beste vriend. Letterlijke galgenhumor. Genen van bittere gal opgehoest.
(Ik heb eindelijk eens kunnen reageren, meestal raak ik hier niet binnen, zo goed beveiligd als het hier is.)
LikeLike