We dwalen niet, verdwalen
in dit ontzettende gebergte.
Eerst eist het ons zijn heuvels op.
Er gaapt een diepe scheur
die de bomen niet onttrekken.
Je houdt hier halt op gevaar af.
Vele malen heb ik hier halt gehouden,
me ingehouden, rechtsomkeer.
Nu zet ik door.
Hogerop haalt de berg
naar me uit. Rechtsaf
kruipt een pad half stiekem weg.
Ik fiets erdoor, rijd lek
in het zicht van een auto. En ben gered.