Wat was me dat een inspiratie!


Via wegen die geen enkele god zou willen doorgronden kwam ik gisteren op uitnodiging nog eens in Eindhoven terecht. PoëZie aan de beek heette het. Ik wou best aan de beek, ik zit anders al genoeg aan de poëzie.

Ik besloot de heenreis wat vroeger aan te vatten, her en der waren er problemen op de autoweg. De eerste vijfentwintig kilometers legde ik af in een uur. Er kwamen enkel ongevallen bij. Resultaat: ik was te laat maar had de organisatie verwittigd.

In Nederland is zowat alles georganiseerd, zelfs het landschap. Wie niet georganiseerd is, is ofwel autonoom ofwel een stelletje ongeregeld. Ik kwam terecht in een stuk georganiseerde natuur, op anderhalve steenworp van de luchthaven van Eindhoven. Overal bordjes, parkeerplaatsen, verharde paden, verderop zelfs onverharde doch verzopen paden. Er zou die dag een poëziepad worden ingelopen. In die toch al georganiseerde natuur zou de wandelaar een meerwaarde krijgen: her & der verspreid duiken gedichten op in het landschap. Laatst was ik in de kruidentuin in Antwerpen en daar duiken er ook op. Een kruidentuin moet een van de eerste georganiseerde stukken natuur zijn.

Ik heb me inmiddels verzoend met de menselijke organisatiedrang.

De afspraak was gepland in het inspiratiecentrum. Beter kon niet. Er was nog altijd een onweersdreiging dus zou het pad niet worden ingelopen, enkel ingelezen in het inspiratiecentrum. Hoe je aan zo’n naam komt? Ik zou het willen weten.

Naast organisatie van alles & nog wat is Nederland van oudsher een land van gedichten. Bij heel wat gelegenheden kruipen Nederlanders in de pen. Een Nieuwjaarsvers. Een geboortevers. Een afscheidsvers. Brave gedichten doorgaans, strak in een of andere vorm. Vormvast heet het dan. Men schrijft het om het vers, niet om de dichter. Daar zaten er heel wat van tussen. Sinds ik opgetrokken heb met Herman J. Claeys, heb ik me verzoend met deze verzendrang.

De organisatie van dit poëziepad lag in handen van een heuse commissie. Die had op haar beurt een beroep gedaan op Ronny Dijksterhuis voor de invulling van het omkaderend programma. Hij nodigde dichters uit, leidde ze in, stelde ze voor en liet ze aan het woord. Een organisatie op zich, uiteraard.

Het werd een gezellige bedoening, mede aan de hand van twee kleinkunstenaars, zeg maar zangers met gitaar. Het werd voor mij zelfs nog een prettige bedoening, daar ik kennis mocht maken met een van de vele dichters die al eens verschijnen op pomgedichten punt nl. De voordrachten verliepen netjes volgens de lijnen uitgezet door de organisator. Ik heb me daar al lang mee verzoend, hoewel mijn allereerste podiumoptreden, in Eindhoven nog wel, nog verlopen is volgens de anarchistische beginselen. Dit mag zeker worden vervolgd.