Vandaag dacht ik is het gedichtendag. Tijd dus voor een gedicht:
Op een dag keer ik terug
bij laag water op een spijkerbed.
Waarom niet vandaag? En niet te ver?
Ik nam je, bezat je, raakte meteen
van je bezeten, net als jij, en zie,
je hebt me liggen gehad,
je hebt me voorgoed.
Sindsdien hebben we meermaals
gedanst, onze tango, met ons tweetjes,
het ritme in tegentijd,
we maakten rondjes om ons heen,
oog in oog.
Voordien, nadien, laten we elders
gaan, naar het Tentoonstellingspark
waar de schaduw van het Atomium
net zo goed als diens buik
ons kent.